RSS

Napoleon en de Konijnse revolutie

Napoleon, u kent hem wel. Hetzij als de machtsgeile maniak die ooit meende heel Europa te moeten veroveren, hetzij als het mannetje op de zure snoepjes. Er is echter een verhaal over deze zelfverklaarde keizer van Frankrijk wat hij waarschijnlijk het liefst zou willen vergeten. Het was een veldslag die uitdraaide op een totale vernedering.

Nee, ik heb het niet over de veldtocht in Rusland van 1812. Dit is het verhaal van Napoleon en de mislukte konijnenjacht.

In 1807 werd Napoleon uitgenodigd door ene Berthier, een maarschalk in het leger, om op zijn land een potje op konijnen te komen jagen. De keizer had wel oren naar zelfgeschoten konijnenbout, en aldus geschiedde. Helaas had niemand de konijnen verteld wat precies de bedoeling was: in plaats van er in paniek vandoor te gaan, vormden ze eerst kleinere groepen en uiteindelijk één grote groep die recht op Napoleon afging. Berthier was niet gediend van deze konijnenemancipatie en gaf zijn knechten opdracht de langoren met zwepen weer uit elkaar te drijven. Napoleon werd bevrijd van zijn pluizige bezetters en de jacht kon worden vervolgd.

Of niet. Hoewel de konijnen eerst nog wegrenden voor de zweep, wisten ze zich te hergroeperen en deze keer vielen ze de keizer in de flank aan. En niet alleen in de flank, maar ook van achteren (derrière, zoals ze dat zo mooi in het Frans kunnen zeggen) en tussen de keizerlijke benen zodat Napoleon bijna zijn evenwicht verloor en achterover kukelde. Er was geen houden aan: de konijnen waren simpelweg met teveel en wisten niet van ophouden, dus uiteindelijk gaf Napoleon Bonaparte, Keizer van Frankrijk en meest gevreesde man van Europa, zich over. De konijnen hadden gewonnen.

Nu zijn er natuurlijk altijd van die dierenvrienden die meer willen weten over de konijnen. Berthier wilde natuurlijk eveneens weten waar deze vernederende Opstand der Flappies vandaan kwam. Wat bleek als snel: de persoon die verantwoordelijk was voor de inkoop van de te schieten konijnen, had geen idee van het verschil tussen wilde konijnen (om op te schieten) en tamme (op op te eten). Hij had tamme konijnen gekocht, die mensen alleen maar kenden als leveranciers van koolblaadjes en worteltjes. Kortom: ze dachten dat Napoleon hen eten kwam brengen, en dat was hoog tijd. Ze hadden namelijk de hele dag nog geen eten gehad!

Bron: http://modernnotion.com/rabbits-defeated-napoleon/

Zacht en pluizig… en levensgevaarlijk voor Franse keizers.

 
2 reacties

Geplaatst door op 16 september 2015 in Uncategorized

 

Tags: , ,

Een kijkje in de geschiedenis

Ik houd van geschiedenis. Niet het schoolvak, dat was stomvervelend en ging alleen maar over de Tweede Wereldoorlog; ik houd van het idee dat er al heel lang mensen op deze wereld zijn, en dat deze mensen eigenlijk precies hetzelfde zijn als die van nu. Mensen zijn al heel, heel lang mensen. Onhandig, dom en onbedoeld hilarisch. En soms ook juist ontzettend slim en vindingrijk, maar nog steeds hilarisch. Daarom hieronder 11 snapshots uit vervlogen tijden, ter lering ende vermaak.

  1. De barmeid en de tijger

    Hannah Twynnoy was een barmeid in de White Lion’s pub in Malmesbury, Engeland aan het begin van de achttiende eeuw. Op een dag sloeg een reizend circus kamp op naast de pub. Dit circus had een aantal wilde dieren bij zich, waaronder een tijger. Hannah had nog nooit een tijger gezien, en vond het leuk om het dier wat te plagen. Ze porde de tijger met stokken en joeg hem steeds meer op stang, zonder te luisteren naar de waarschuwingen van de verzorger. De tijger zelf vond het op een gegeven moment genoeg geweest: hij ontsnapte uit de kooi en scheurde arme Hannah aan stukken.

  2. Charles Darwin had het niet zo op de zeeleguanen op de Galapagoseilanden

    Hij schreef het volgende: The black Lava rocks on the beach are frequented by large (2–3 ft [60–90 cm]), disgusting clumsy Lizards. They are as black as the porous rocks over which they crawl & seek their prey from the Sea. I call them ‘imps of darkness’. They assuredly well become the land they inhabit.

    ‘Imps of darkness’, zegt-ie. Nou ja zeg.

  3. Een acteur uit de Griekse Oudheid die zijn optreden letterlijk onvergetelijk verknalde


    Als er bij dat optreden smartphones aanwezig waren geweest, was Hegelochus ongetwijfeld viral gegaan.

  4. De kat die op de boeken pieste


    De tekst op de pagina luidt: Hic non defectus est, sed cattus minxit desuper nocte quadam. Confundatur pessimus cattus qui minxit super librum istum in nocte Daventrie, et consimiliter omnes alii propter illum. Et cavendum valde ne permittantur libri aperti per noctem ubi cattie venire possunt.” Vertaald betekent dit: Hier ontbreekt niets, maar een kat heeft hier in een zekere nacht op geürineerd. Vervloekt zij de rotkat die in de nacht in Deventer over dit boek geplast heeft en al de andere katten daarom met hem. En waak ervoor om boeken ’s nachts open te laten liggen waar katten kunnen komen.

    Er is niets nieuws onder de zon.

  5. Dat is ook een manier om met vampieren om te gaan…

    When a vampire washes itself, rain will fall from heaven. Thus, when a drought occurs, nobles send all their men to wash, because any of them may be a vampire. Bron: Agnes Murgoci’s paper The Vampire In Roumania, 1927.
    Stel je voor: je jaagt niet op vampieren, het kan je niet eens wat schelen of er überhaupt vampieren in de buurt zijn. Maar als het moet, ga je als landheer wel je dorp in met de boodschap: ‘jongens, we zitten nu eenmaal in Roemenië en het maakt niet uit of je nu vampier bent of niet, zelf weten, privacy enzovoorts, maar als jullie allemaal even in bad zouden willen gaan alsjeblieft dankjewel?’

  6. Liechtenstein gaat ten oorlog met 80 man en komt terug met 81

    De laatste keer dat Liechtenstein betrokken was bij een oorlog, was in 1866. De Prins van Liechtenstein stuurde 80 soldaten om een bergpas te bewaken tijdens de Duitse oorlog. Het was een zeer succesvolle campagne: niet alleen kwamen alle soldaten heelhuids terug, ze hadden zelfs een Oostenrijkse officier meegenomen die ze onderweg waren tegengekomen en die besloten had met hen mee te gaan in plaats van terug te keren naar zijn eigen land.

  7. Xiong Yiliao jaagt met zijn ballen 500 soldaten op de vlucht

    Xiong Yilao leefde ongeveer 600 jaar voor Christus en kon als een van de eerste mensen jongleren met meerdere objecten tegelijk. En in tegenstelling tot de hipsters aan het strand die met ballen en diabolo’s gooien om meisjes te versieren, kwam het jongleren Yilao nog van pas ook. Tijdens een veldslag tussen twee legers, de Chu en de Song, in 603 v.C., stapte Xiong Yilao naar voren en begon te jongleren met negen ballen. De vijfhonderd soldaten van de Song waren zo onder de indruk dat ze hun wapens neergooiden en er zonder pardon vandoor gingen. You win wars with guts. And balls.

  8. Monnikenwerk in de kantlijn


    Zo zie je maar weer: klagen over je baan is van alle tijden.

  9. Iets taalkundigs: Psalm 23 door de jaren heen

    Dat taal verandert, weten we allemaal. Wat voor herrie zou men vroeger geschopt hebben toen ‘stathum’ opeens veranderde in ‘fyllyng’?

  10. Puriteinse namen zijn echt heel, heel vreemd.

    Neem bijvoorbeeld deze lijst uit 1650:

    • Accepted Trevor, of Norsham
    • Redeemed Compton, of Battle
    • Kill-Sin Pimple, of Witham
    • Fly-Fornication Richardson, of Waldron
    • Search-The-Scriptures Moreton, of Salehurst
    • The-Peace-Of-God Knight, of Burwash
    • Stand-Fast-On-High Stringer, of Crowhurst

      En de twee toppers: het meisje dat, toen haar naar haar naam gevraagd werd antwoordde met: ‘Through-Much-Tribulation-We-Enter-The-Kingdom-Of-Heaven, maar ze noemen me Tribby,’ en iemand in de regering van Oliver Cromwell die Nicholas If-Jesus-Christ-Had-Not-Died-For-Thee-Thou-Hadst-Been-Damnéd Barbon heette. Maar we noemen hem Nick.

  11. Meer onzuiverheden? Meer make-up!

    In de 17e en 18e eeuw was het mode om zo bleek mogelijk te lijken. Een zongebruinde huid was immers voor de boeren, die de hele dag in de brandende zon op het land moesten werken. De rijke dames gebruikten daarom een crème die de huid witter maakte, voor die prachige lijkbleke tint. Probleem was alleen dat die creme loodwit bevatte, wat zacht gezegd niet heel goed is voor je huid (of je lijf in het algemeen). Loodvergiftiging is geen pretje, en hierdoor kregen de dames steeds meer onzuiverheden en uitslag, waar ze dan weer meer creme voor gebruikten om dat maar te verbergen… je ziet waar dit naartoe gaat.

Er zijn nog veel, veel meer van dit soort verhalen (ik durf te wedden bijna net zoveel als er mensen op aarde hebben geleefd). Geschiedenis wordt vaak zo serieus genomen, alsof het een heel zwaarwichtig onderwerp is, terwijl dat helemaal niet zo hoeft te zijn. Daarom wil ik deze vakantie een nieuwe blogserie beginnen, met elke week een aantal nieuwe (of eigenlijk oude) momenten uit de geschiedenis die verrassend, ontroerend, hilarisch of gewoon heel herkenbaar zijn. In de volgende aflevering o.a.: Een vliegenier uit de Tweede Wereldoorlog in z’n blote kont en hoe de spreeuwenplaag in Amerika eigenlijk de schuld is van Shakespeare.

 
1 reactie

Geplaatst door op 16 juli 2015 in Uncategorized

 

Pape Jan

Pape Jan

Tijdens het vertalen leer je nog eens iets wat niet direct met je vertaling te maken heeft. Zo kwam ik tijdens wat research voor een tekst over voedseldistributie in de Hoorn van Afrika (want ligt Kenia daar nou wel of niet in de buurt?) terecht bij een mythisch persoon van wie ik nog nooit gehoord had: Pape Jan. Ik maak mezelf graag wijs dat ik best wel wat weet van geschiedenis en mythologie en dergelijke, maar Pape Jan was voor mij een Grote Onbekende.

Dus ging ik op onderzoek uit. Onderzoek bestond weliswaar uit Wiki-artikelen (hierzo en hierzo), maar toch.

Kort samengevat heerste er in Europa van +/- 1100 tot ergens in de 17e eeuw het idee van een machtige, wijze en, niet onbelangrijk, christelijke koning *ergens* ver weg. Het rijk van deze koning was ronduit fabeltastisch: het grensde aan de rivier van het Paradijs, er woonden wezens als de feniks, centaurs en vampiers en Pape Jan had bovendien een magische spiegel waarin hij zijn hele rijk kon zien. Omdat Pausen en prinsen deze Jan graag wilden ontmoeten, werden er diverse expedities op uit gestuurd, maar allemaal zonder succes. Eerst dacht men dat hij in India woonde, daarna zou hij dichterbij wonen, in het Mongoolse rijk, en uiteindelijk verhuisde Pape Jan naar Ethiopië, want daar woonden immers ook christenen.

Expeditie na expeditie trok erop uit op zoek naar het rijk van Pape Jan, maar helaas, onze PJ werd nooit gevonden. En in de 17e eeuw bewees een Duitser genaamd Hiob Ludolf dat PJ in ieder geval nooit in Ethiopië gewoond kon hebben, waardoor deze koning definitief naar het rijk der fabelen werd verwezen. Maar, en dat is eigenlijk het mooie van dit hele verhaal, dit was pas nadat al die expedities die naar PJ op zoek waren geweest ondertussen wel mooi wat van de wereld hadden kunnen zien. Ze brachten in kaart waar ze allemaal geweest waren en wat daar allemaal was. De reizen naar India, het Mongoolse Rijk en Ethiopië werden nauwkeurig beschreven en bewaard voor het nageslacht. En zo kwam het dat de (Europese) mensheid opeens een heleboel van de wereld leerde, door achter een koning aan te jagen die niet bestond.

Toch best leuk, dat vertalen.

 
2 reacties

Geplaatst door op 19 februari 2015 in Uncategorized

 

Avonturen in de partykelder

2015-02-08 21.43.28

Zoals ik al op diverse online en offline plekken heb verkondigd, slaap ik tegenwoordig vijf nachten in de week in een partykelder. Op een luchtbed, in een slaapzak, rechts van de biljarttafel. En het beste van alles: het is volledig gratiesj.

Er zitten natuurlijk, zoals bij alles, een aantal voor- en nadelen aan deze situatie. Ik had de gratisiteit al genoemd, en de minimale reistijd naar kantoor is ook een grote plus. Als ik heel, heel, heel langzaam de trap opklim, doe ik er misschien anderhalve minuut over. Dan is er nog de enorme spiegel achter de bar met verlichting erboven, wat ’s ochtends je mascara opdoen een stuk makkelijker maakt. De biljarttafel is uitermate handig om al je zooi op neer te gooien en als je even geen papier kunt vinden voor een boodschappenlijstje, pak je gewoon een bierviltje.

2015-02-18 15.00.01

Een kelder is natuurlijk wel altijd wat frisser dan een gewone kamer, maar met een fleecedeken in m’n slaapzak, een dikke dikke pyama en een kleine straalkachel om de boel een beetje op te warmen is het prima uit te houden. Sowieso is slapen in een warme kamer voor mij echt een no-go, dus dit is prima.

De eerste nacht lag ik dus comfortabel en warm ingepakt in de donkere, onbekende kelder die helemáál niet griezelig aandeed (nee, echt niet), op de rand van slapen, toen ik een geluidje hoorde. In eerste instantie leek het op het bzz van mijn telefoon op de keldervloertegels, maar die zei vervolgens dat hij me niet geroepen had en dat ik weer moest gaan slapen. Even later klonk het geluid opnieuw. Opnieuw richtte ik me tot mijn telefoon, en opnieuw zei deze dat hij me niet geroepen had. Ten derde male klonk het geluid, en inmiddels kon ik de richting bepalen. Het geluid kwam uit de richting van de bar. Stond daar een lang overleden barman die ’s nachts gedoemd was om voor eeuwig bier te tappen? Was het de geest van één of ander boerderijbeest? De kelder zit immers onder een voormalige boerenschuur, en wie weet wat hier zich allemaal heeft afgespeeld. Met angst en beven toog ik naar de bar, om daar vervolgens te ontdekken…

… dat de kraan lekte. En zo’n druppel uit een lekkende kraan, die, van voor een druppel toch wel grote hoogte, in een metalen bak valt, maakt inderdaad best een hard geluid. Gelukkig was dit snel een eenvoudig opgelost. Ik overwoog nog een slok uit een van de flessen uit de barvoorraad tegen de schrik, maar keerde in plaats daarvan toch maar terug naar mijn bed.

Naast de biljarttafel.

Welterusten.

 
2 reacties

Geplaatst door op 18 februari 2015 in Uncategorized

 

Wel en niet

Met nog een kleine week te gaan is het tijd om de balans op te maken.

Wat ga ik niet missen:

  • Het Dublin Bus aroma van zweet en schimmel, met sigarettenrook als speciale aanbieding op zon- en feestdagen
  • De man die door Dublin wandelt met twee plakkaten op z’n trui die in gebrekkig Engels verkondigen dat child molesters de doodstraf verdienen
  • Auto- en huisalarmen op eender welk uur van de dag of nacht. En of je op O’Connell street staat of in je kamer in Finglas zit, dat maakt absoluut niet uit.
  • Het bijzondere systeem om gas te verkrijgen, wat inhoudt dat je om de andere dag buiten in de kou op je knieën mag om een pasje in de gleuf van een kastje te duwen, hopend dat daar geld op staat of anders dat niet je huisgenoot al het emergency credit heeft opgemaakt. Zo ja, hoezee! Je drukt op een knop en de gaskraan gaat weer open. Zo nee, jammer maar helaas. Kou (en honger) lijden tot de huisbaas thuiskomt en de kaart opwaardeert.
  • Het slootwater dat hier voor koffie door moet gaan. Hier is het óf met water aangelengde espresso (blugh) óf oploskoffie (dubbel blugh).

Wat ga ik wel missen:

  • Goedkope boekhandels, een op zowat elke hoek van de straat waar je het in NL moet doen met de Slegte en vergeleken met hier is zelfs die aardig aan de prijs.
  • De Destiny family, in het bijzonder mn Christmas choir buddies. Dankzij hen heb ik ook andere culturen op kunnen snuiven dan Iers. Naast de ietwat oververtegenwoordigde Brazilianen heb ik kennis mogen maken met mensen uit Denemarken, Noorwegen, Duitsland, Mauritië, Hong Kong, Duitsland, Mexico, Venezuela, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika en weet ik veel waar nog meer vandaan. Oh, en een paar Ieren maar die waren ver in de minderheid.
  • Fijne collega’s waardoor van 9 tot 5 op een kantoor zitten een stuk leuker wordt.
  • St Stephen’s Green en de National Botanic Gardens. Het Stadspark is toch niet hetzelfde.
  • Penney’s (de Ierse dochter van de Primark), al is dat misschien maar goed ook. Ik heb hier volgens mij al meer geshopt in de afgelopen vijf maanden dan in het hele jaar daarvoor.
  • De Dublin Poet: verkoopt z’n eigen gedichtenbundels op straat met 10% anti-korting voor studenten. Voted no. 1 poet by his cats. Buy now, before he’s dead and famous.
  • (Al dan niet getalenteerde) straatartiesten overal. Wel leuk: levende standbeelden die keurig netjes doodstil blijven zitten, en alleen als je wat geld in het emmertje gooit voorzichtig een buiging maken.
    Niet leuk: levende standbeelden die gewapend zijn met piepbeesten en er een sport van maken om mensen te laten schrikken.
    Bijzonder: de fakir die onder omineus gezang een halve meter boven de grond zweeft. Ik heb nog steeds geen idee hoe hij het doet.
  • Thee in bulk: dozen komen hier minimaal met 80 zakjes sterke zwarte thee, voor dezelfde prijs waar je in NL wel vijftien hele theezakjes voor kunt krijgen.
  • De ‘tjoemp’ als het voetgangerslicht op groen springt en je over kunt steken. Sprong ik er eerst nog een meter van in de lucht, nu ben ik er zo aan gewend dat het oversteken in NL volgens mij nog een gevaarlijke onderneming gaat worden.

Kortom, je wint wat en je laat wat. Zowel toen ik hier kwam als nu ik hier wegga heb ik zaken achtergelaten en gevonden.

Dublin, bedankt voor alles en zeker weten, tot ziens. ‘Cause I’ll be back.

Ook voor Diogenen is Dublin zeer geschikt

Ook voor Diogenen is Dublin zeer geschikt

 
2 reacties

Geplaatst door op 14 januari 2014 in Dublin

 

Een kleine Q&A over zekere recente gebeurtenissen te doen met twee bepaalde individuen

2013-11-16 12.31.35

Q: Waaaaaat?

A: Yup.

Q: Maar serieus: Waaaaaat?

A: Serieus: Yup.

Q: Vioolmuziek, hartjes en dwerggeitjes everywhere?

A: muziek was er zeker, al dan niet viool. Hartjes zaten vooral in de Latte. De dwerggeitjes waren helaas verhinderd, maar hadden eekhoorntjes geregeld ter vervanging. Voornoemde eekhoorntjes hebben zich overigens prima gekweten van hun taak.

Q: Maar sinds wanneer dan?

A: Sinds een van de dagen dat we allebei in Nederland waren dit jaar. Dat waren er niet veel, dus ik neem aan dat u nu zelf wel een schatting kunt maken.

Q: Maar hoe dan?

A: Zoals die dingen nou eenmaal gaan. Dat heb je soms. Niets aan te doen.

Q: Maar wat zien jullie nou in elkaar?

A: We proberen zo weinig mogelijk bij elkaar naar binnen te kijken, het is meestal geen goed teken als je onbeperkt uitzicht hebt op iemands alvleesklier.

Q: Maar jullie hebben niets gezegd!

A: Nee, dat klopt.

Q: Maar waarom niet?

A: Daarom niet.

Q: Hoe lang denken jullie het vol te houden met elkaar?

A: http://www.youtube.com/watch?v=GABQU6gK03g

 
2 reacties

Geplaatst door op 20 november 2013 in Het leven in het algemeen

 

Maar wat doe je nou de hele dag?

2013-10-23 08.19.53Is een goede vraag. Want ja, werken bij ‘Amnesty International’, ‘keihard vechten voor mensenrechten’ en ‘voornamelijk administratief werk’ klinkt allemaal leuk en aardig, maar laten we het eens concreet maken.
En laten we beginnen bij binnenkomst op kantoor. De Campaigns&Activism afdeling waar ik werk zit op de eerste verdieping, dus ik loop naar binnen, groet receptie en loop de naar bacon meurende trap op naar boven. Daar aanschouw ik eender welke chaos er nu weer is aangericht door een actie van een van mijn lieftallige collega’s, schuif eventuele dozen en pakken papier van mijn bureau en zet mijn computer aan.

Ik wacht.

Ik ga in de keuken een kop thee halen.

Ik wacht nog wat meer.

Uiteindelijk is mijn brontosaurus klaar om aan het werk te gaan. Dat werk start met het openen van mijn mailbox en het verwijderen van een tiental in Arabisch opgestelde mailtjes, het kijken welke daadwerkelijk nuttige mail ten onrechte door de spamfilter is tegengehouden en uiteindelijk het bijlezen van alle e-mail. In twee delen: de intern-mail, die vooral neerkomt op ‘zou je dit kunnen doen en vergeet de vergadering van morgenochtend niet’, en de Urgent Action-mail. De Urgent Action-mail is van deze twee het meest interessant. Hierop komen namelijk dagelijks de (verrassing!) Urgent Actions binnen van het Hoofdkwartier in Londen. Dit zijn gevallen van mensenrechtenschending waarop nu, onmiddelijk en direct actie op moet worden ondernomen, omdat er soms een letterlijke deadline op staat.

Ik sla elke UA op, en neem ze op in een logbestand in Excel. Afhankelijk van het onderwerp krijgen ze daar ook meteen een kleurtje; grijs als het niet aansluit bij een van de campagnes van AI Ireland, oranje als dat wel het geval is. Deze campagnes zijn:

• Middle East and North Africa (MENA)
• Forced Evictions
• Roma Rights in Ireland
• LGBTI

Je kunt wel nagaan dat er vooral voor MENA regelmatig UA’s binnenkomen.

Eens per week wordt een van deze UA’s uitgekozen en opgestuurd naar het netwerk van mensen dat hierop actie onderneemt. Actie ondernemen gebeurt door brieven te schrijven naar de autoriteiten, meestal het staatshoofd en de minister die gaat over de zaak. Als er eenmaal een UA is gekozen, is het aan mij om die klaar te maken voor verzending. Dit betekent de opmaak leesbaarder maken, het Amnesty International Ireland adres toevoegen en een voorbeeldbrief schrijven. Is dit allemaal gedaan, dan moet ik uitzoeken wie er deze week allemaal een UA wil, die adressen op evenzovele adreslabels zien te krijgen en dan is het een kwestie van printen en enveloppen vullen.

Easy-peasy lemon squeezy. Op het moment van schrijven is de UA voor een schrijver in Syrie die wordt vermist, en zeer waarschijnlijk ergens in een militaire gevangenis zit omdat de autoriteiten het niet helemaal eens waren met wat hij allemaal schreef. Volgende week wordt het, zoals het nu lijkt, mensen die van de ene op de andere dag hun huis zijn uitgezet in Bejing, waarna voornoemd huis vervolgens zonder pardon tegen de vlakte werd gegooid.
Maar dat is maar een kant van mijn werk. De andere kant is het voorbereiden van de Letter Writing Marathon die plaatsvindt in December. Op dit moment houdt dat voorbereiden vooral in dat ik bijhoud welke materialen (posters, flyers, informatie, video’s etc.) binnenkomen en ervoor zorg dat die opgeslagen worden. Ook ben ik bezig met het opzetten van de webpagina (amnesty.ie/letterwriting, wink wink nudge nudge), contact leggen en houden met mensen die ook willen meedoen, vergaderen met de afdelingen Comms en Human Rights Education (HRE) over wat zij gaan doen, en schelden op hullie van het Hoofdkwartier als die weer eens niet op tijd de materialen leveren. Vanaf December, als de Letter Writing Marathon begint, gaat dat veranderen in het regelen en voorbereiden van een stand op de kerstmarkt (jaja) en opnieuw het actief handtekeningen/brieven jagen.
Tussendoor krijg je natuurlijk ook de typische stagiair-klusjes te doen: post verzendklaar maken (een eufemisme voor nog meer enveloppen vullen), e-mailadressen en telefoonnummers jagen van mensen in andere organisaties, notuleren tijdens Team Meetings en nog meer van dat.

Tegen halfzes is de dag voorbij en pak ik de bus terug naar huis. Daar breng ik meestal de avond door met een potje koken en vervolgens opeten, kletsen met huisgenootjes, filmpjes kijken, boekjes lezen, skypen met het thuisfront en op tijd naar bed.
Morgen is er weer een dag.

 
5 reacties

Geplaatst door op 12 november 2013 in Dublin

 

Goodbye, twenty-two year old me

Aan de vooravond van een verjaardag wil ik nogal eens aan het denken slaan. Of dit iets goeds is valt over te twisten, maar dit is in ieder geval het resultaat.

In driehonderdvijfenzestig dagen kan veel gebeuren.

Zo had ik op 17 oktober 2012 bijvoorbeeld nog geen idee dat ik nu, op dit moment, keihard voor mensenrechten aan het werk zou zijn in Dublin. Ik hoopte het heel erg, maar zeker weten deed ik het niet.

Ik wist niet dat ik nu in zou wonen bij een stel uit Litouwen en een huisbaas die van voetbal houdt. Oh, en laten we vooral het zevenjarig zoontje van de huisbaas niet vergeten. Of z’n moeder. Of Lucky, de Jack Russel. En de vier drie goudvissen, RIP Bubbles you will be missed. En Oscar, het aanrechtmonster.

Ik wist niet dat ik op een kantoor terecht zou komen waar op elk moment van alles kan gebeuren, zodat een dag die normaal begint kan uitdraaien op totale chaos en uiteindelijk toch net zo rustig eindigt als dat ie begon. Amnesty motto: it’s a nightmare, negen van de tien keer gevolgd door ‘we’ll figure it out’.

Ik wist niet dat ik gelijk al in de eerste week zou worden meegesleept naar mijn allereerste festival, en dat ik het nog leuk zou vinden ook.

Ik wist niet dat John Green zo’n goede schrijver was. Ik wist amper wie John Green wás.

Ik wist dat ik veertig dagen kon vasten van allerlei tussendoortjes; ik wist niet dat veertig dagen internetvasten een stuk lastiger zou zijn.

Ik wist niet dat een smartphone best handig zou zijn, al was het maar als horloge + fotocamera in één.

Ik wist dat, stel dat ik naar Dublin zou gaan, Hamlet en Othello zouden moeten verhuizen. Ik wist alleen niet precies hoe moeilijk ik het daar nog mee zou hebben. (Serieus. Dat viel zwaar tegen).

Ik wist niet dat, in plaats van een koningin, nu een koning op de Nederlandse troon zou zitten.

En er waren nog veel meer dingen die ik niet wist, maar waar ik toch achter ben gekomen. Ik ben benieuwd naar wat er nog meer te leren valt in de komende driehonderdvijfenzestig dagen.

Want nu is het op naar een jaar lang drieëntwintig zijn.

Vaarwel, tweeëntwintig jaar oude ik. Het was leuk je gekend te hebben.

Hallo, drieëntwintig jaar oude ik. Aangenaam kennis te maken.

 
3 reacties

Geplaatst door op 17 oktober 2013 in Dublin

 

WTF?

Dit vond ik in een hoekje van de kast op mijn kamer. Ik denk dat het een transcript is van de een of andere radiodocu over de buurt waar ik woon, Finglas. Daar lijkt het tenminste op, maar zowel ‘Paul Revere’  als ‘Welcome to Finglas’ leverden geen resultaten op op Google. Als iemand hier meer over weet, hoor ik het graag.

FINGLAS. A friendly Irish community, where the sun is warm, the rain is wet and seagulls are not always what they seem. This is Paul Revere, for the [censored].

Dear listeners. After just one week of living in this community, I can tell you this: Finglas people are friendly people. My neighbours have virtually showered me with all those little things you might need when you have just moved house:  bin bags, paper towels, hydrogen peroxide to get all these nasty bloodstains off the walls, the first pack of coffee, etcetera, etcetera.

They also provided me with some leaflets about the various organisations that make living here so wonderful. You know, who are your police officers and firemen, what is the best place to get a pizza, upcoming community events, all that jazz. One of these leaflets was from the Finglas pet shelter, and it said something I’d very much like to share with you, since we all know that nothing is more telling about a village than the animals that live there.

Finglas is a wonderful place to keep pets indoors. For all those out there thinking about becoming proud pet owners, a helpful guide: Cats are okay. They see their territory as a challenge rather than an obstacle, and they will thrive. Oh, they will thrive… Dogs are debatable, since no one has seen a dog in Finglas in over thirty years. Or wolves. It’s something to do with their noses, or so I’ve heard. Rabbits and other rodents are resourceful and quick to organise. Only keep one such pet per household, preferably in a lead cage. Do not keep reptiles. We don’t want a repeat of the Temporal Thoughtsnake Incident…

I was curious about this Temporal Thoughtsnake, you know. I’ve always liked reptiles, ever since my first pet King Cobra, Fang. But unfortunately, the text gets a bit blurry after this and when I called the Pet Shelter to ask, they only made a general remark about the weather before ringing off. Ah well, you can’t have everything in life, and if the price of living here is only a lack of reptiles, and, for some reason, dogs, so be it.

But I’ll be too busy for a pet anyway, with all the research I have the opportunity to do here. My boss had already informed me about all the highly interesting events taking place in this otherwise dull-seeming village, and I can’t wait to see or hear them for my own.

I just. Can’t. Wait.

For instance, I want to see what the Bi-weekly Mysterious Fires are all about, and if you can really see the silhouette of an old lady in the blazing flames. I’m sure you all heard about it, but no one seems to know whether it is true, or just a figment of someone’s overactive imagination. Personally, I think it’s the first. After all, dear listeners, what sick mind would come up with something as horrible as a human being who is burned at the stake, just for the sake of a good story? It has to be true, and I will make sure to carry out a full investigation into this phenomenon.

I asked my neighbours about the Fires, but unfortunately they suddenly seemed busy counting the grass in their front lawn. As we all know, dear listeners, it is of course vitally important to know just how much grass you are responsible for, so I left them in peace, silently chastising myself for having forgotten to ask the previous tenant of my house about my grass. Oh well, nothing to be done about that now. I suppose I’ll just add ‘counting grass’ to my to-do list, and write a letter to the City Council Grass Department, explaining the situation and asking for clemency on this occasion. I’m sure they’ll be lenient.

Won’t they?

I’ve already noticed a pretty heavy City Council influence in Finglas. My neighbours at least are very loyal supporters of Finglas is Ours, a conservative party which, I’m given to understand, strives to make Finglas as secure and safe as possible. Well, isn’t that just a lovely view, dear listeners. They have my vote, that’s for sure. Especially because, as my neighbours explained before their grass investigation, as long as Finglas is Ours has a seat in the Town Council, they’ll make sure to carry out regular sweeps of the neighbourhood in their big, black, menacing-looking helicopters, so they have a clear and unimpeded view on all those pesky people who want to ruin the town with litter, graffiti, young children and other disturbances. I applaud this, dear listeners, I really do. I think that if more local governments would follow Finglas is Ours, the world would be a safer, cleaner and overall happier place. Therefore, all praise be to Finglas is Ours.

All praise.

 

All praise.

 

Praise.

I only wish they’d do something about that *bleep* *bleep* ice cream van. It’s not weird or anything, as far as I can tell it’s a perfectly normal van with a perfectly normal driver selling perfectly normal ice cream. But, dear listeners, the noise it makes! That awful tinkling little bell. I tried stuffing my ears with plugs, but I’ll tell you that the racket went right through it! And the Disney characters that are painted on it are neither spot-on nor spot-off; they’re just slightly off. That’s even worse than if they were just plain wrong, because now they’re not right, but you can’t say they’re completely wrong either because they aren’t completely wrong! They’re just, as I said, slightly off.

Awful.

Honestly. I wish it could just drive onto the soccer field and disappear, like those three kids last year. You know the story, dear listeners? Three teenage boys made a dare to walk across the Finglas soccer field when there was no official match sanctioned by the Council. They were never seen again. I’ll tell you, have a wonderful view onto the field from my bedroom window and it sure looks menacing, with the greet green nets on either side, the vaguely purple fog hovering over the centre circle, the green grass and the white lines all over it… I wouldn’t risk walking across it for my life, dear listeners, I can assure you. Especially since I’ve now seen with my own eyes the three human-shaped imprints on the wall surrounding the soccer field. They are each about the size of a teenage boy.

I don’t think I need to say anything more on this subject. Also, I don’t want to, because a man just appeared across the street, just outside of the soccer field and he’s staring at my bedroom window. He’s wearing a white three-piece suit and black sunglasses, he’s of average height and build and otherwise has no characteristic features whatsoever. Truly, dear listeners, I don’t know what else I can say to describe him to you. I don’t know what he’s doing or what he wants, but my best guess is to keep calm and carry on. After all, I am a journalist and this is what we

 

 

 

do. We tell you what you need to know, no matter how dangerous it is, or what it may cost us…

 

 

 

[All praise be to Finglas is Ours. All praise.]

Terribly sorry about that, dear listeners, there seems to have been a glitch in my recording system. Anyway, I think it’s time to give you a word from one of our sponsors, who made this whole expedition possible.

[Music starts playing]

I’m sure you all agree with this message. Just as I’m sure you all know this simple recipe for happiness:

  1. Get apple

  2. Hold apple in right hand

  3. Toss apple to left hand

  4. Toss back to right hand

  5. Repeat if necessary

  6. Happiness

Well, dear listeners, I think that will be all for today. But be sure to stay tuned next week at the same time to hear the results of my first real expedition: seagulls. Bird, or Banshee?

[seagull shrieks]

Find it out, next week here, on BBC Radio 2. Listeners, I bid you goodnight.

 

This was Paul Revere, from Finglas, for the [censored].

[Disclaimer: Remember, most of this is partly true. Any and all trips to Finglas should be taken at your own risk, or rather, not at all. The universe is weird.]

Dit is alles wat ik kon vinden, maar zoals ik al zei: als iemand meer informatie heeft over Paul Revere (de radioverslaggever, niet de Amerikaanse patriot), het programma ‘Welcome to Finglas’ of Finglas in het algemeen, hoor ik het graag.

 
4 reacties

Geplaatst door op 23 september 2013 in Uncategorized

 

Electrisch Picknicken: dag 2, 3&4

Goedemorgen.

Dag 2 werd voorafgegaan door een slapeloze nacht, niet geheel onverwacht maar toch vrij onwelkom. Gelukkig werd ik, toen ik mijn brakke hoofd uit de paupertent stak, begroet door meerdere brakke hoofden; ik was niet alleen. De wandeling door bos en over hei richting festivalterrein hielp een beetje om wakker te worden, ontbijten met ham-kaas-spek-tomatencrepes en een kop koffie hielp nog veel meer. Ontbijt werd genuttigd op het gras, terwijl ik, geleund tegen een schijnwerperpaal en omringd door verschillende mensen in diverse stadia van ontnuchtering, langzaamaan het feit onder ogen durfde te zien dat de nieuwe dag toch echt begonnen was.

Deze nieuwe dag bracht mij en (uiteindelijk) de andere vrijwilligers om halftwaalf bij de A-tent. Daar werden we voorzien van klembord en peptalk, de instructie om ons gele t-shirt aan te trekken en erop uit te gaan en ons te vermenigvuldigen.

Zo gezegd, zo gedaan. Plaats Delict van ons team was het Body&Soul terrein, oftewel het hippiekamp. Hier stonden niet alleen de stands met driedubbellinksgedraaide frozen yoghurt, zelfgebreide dromenvangers en sjamanistische levenswegwijzers, maar dit was ook de plek waar iedereen naar toe kwam die een (relatief) rustig plekje zocht om bijvoorbeeld zichzelf te kunnen horen denken. Het resultaat was een heleboel ontspannen, vriendelijke en min of meer sociaal bewuste mensen bij elkaar. Ideaal terrein voor de petitiejager op zoek naar prooi.

Een korte greep uit de reacties:

 ‘Hi, would you like to sign our petition to help end the violence against the women protesting in Egypt?’

Meeste mensen: Yeah, sure, I’ll sign
Meeste andere mensen: No, thanks, I’m good/I already signed it
Sommige mensen: No, I’m a misogynist
Of: Yeah, I’ll sign, but I don’t agree. Isn’t this like, part of their culture?
Of: No, I support the IRA
Of: I won’t be banned from Egypt for signing this, will I?
Of: Why isn’t there a petition to end the violence against men?

Of:
Man: No, thank you
Vrouw: Wait, what’s it for?
Ik: *legt uit*
Vrouw: F*** yeah, of course I’ll sign. (Tegen man) Oi! You, get your arse back here and sign this thing!

Vier uur en 250+ handtekeningen later deed ik een ontdekking: petitiejagen is vermoeiend werk. Vier uur lang lief en aardig doen tegen mensen die je niet kent, gecombineerd met bovengenoemd gebrek aan slaap en een out of the blue heimwee-aanval (waar ik anders serieus nooit last van heb) maakten dat ik heel snel richting paupertent liep om daar als een muisje in z’n holletje even weg te kruipen voor de wereld. Maar ook muizen moeten eten, en dus liep ik een uur later met amper meer energie dan voorheen weer terug, op zoek naar voedsel.

Het bleek dat een warme (en calorierijke) maaltijd, vergezeld van een zeker suiker- en caffeinerijk drankje mijn energieniveau weer behoorlijk omhoog konden krikken.

Zittend op het gras tegen de houten muur die het Body&Soul-terrein afscheidde van de rest van het festivalterrein deed ik mijn tweede ontdekking van de dag: telefoonbereik plus een open, zij het ietwat gammel wifinetwerk. Een paar berichten over en weer richting thuisfront, en het ik-wil-naar-huis-gevoel was ook verleden tijd: crisis averted. Ik voelde me stukken beter.

 De rest van de avond bracht ik door, heerlijk ontspannen liggend in een touwhangmat in een stage die ingericht was als boerenschuur, kijkend naar de sterren en luisterend naar een naamloos driekoppig countrybandje dat, eerlijk gezegd, ook maar beter naamloos kan blijven. Maakt niet uit, ze hadden er lol in, het klonk af en toe zelfs zuiver en de sfeer was top. Bjork en de andere gigs op de Main Stage heb ik die avond niet meer gezien, ik lag veel te prima. Het kostte me uiteindelijk zelfs moeite om mezelf ervan te overtuigen dat ja, nu is het echt laat genoeg en morgen is het weer meer van hetzelfde dus zou je niet eens richting tent gaan.

 

Het was avond geweest en het was morgen geweest; de tweede dag.

 

Dag 3 begon al beter. Ik had redelijk geslapen en ik had de festivalbuzz te pakken, zozeer zelfs dat zelfs het drie kwartier wachten voor de ATM me niet kon deren. Tja, 35.000 mensen en drie ATM’s, dan kun je verwachten dat het geld een keer opraakt en het bijvullen duurde even. Gelukkig was ik er op tijd bij; tegen de tijd dat ik gepind had, besloeg de rij bijna driekwart van het (best wel grote) veld. De mannetjes van Security zagen het aan en konden er wel om lachen: ‘d’you think maybe we could get them to form a maze? Let other people walk through them if they want to get across?’ [vert: we kunnen ze vragen om in een doolhof te gaan staan, en dan andere mensen erdoorheen laten lopen als ze erdoor willen].

Maar goed, ik had m’n geld, ontbijt was wederom een goedgevulde en hartige crepe met koffie en toen was het wederom op richting A-tent, en daarna op richting potentiele handtekeningen. Vandaag waren we echter al zo dicht bij ons doel van 8000 dat we vriendelijk verzocht werden om een klembord te vullen met 70 handtekeningen en dan zsm terug te keren. Het zou niet meer dan twee uur mogen duren, en dat deed het ook niet, met dank aan een techniek die ontwikkeld werd door Stel Dat Niet Van Elkaar Af Kan Blijven: pak de rij voor de wc. Veel verschillende mensen in korte tijd die even niets te doen hebben, en bovendien zijn op dit tijdstip en dit punt van het festival de meeste mensen zo gaar dat ze alles tekenen wat ze voor de neus komt. Ik geef toe dat dat laatste misschien niet helemaal ethisch verantwoord is, maar op dat punt wilde ik ook niet meer dan zo snel mogelijk en met zo min mogelijk gedoe mijn klembord vol krijgen.

Dat lukte, ruim binnen de deadline van twee uur. Terug naar de A-tent, waar ook de andere vrijwilligers zich al hadden verzameld met volle klemborden en al. En toen ging het snel: handtekeningen werden geteld, Vrijwilligersopperhoofd en Algeheel Opperhoofd hielden een bedankpraatje en toen was het gele shirts uit en we waren vrij om te gaan.

Samen met Zij Die Op Iemand Anders Lijkt en Jongen Met Blauwe Harry-Potterzonnebril heb ik de rest van de dag doorgebracht. Eerst met luisteren naar een heel fijn coverbandje en een niet zo heel fijn koortje (het is misschien handig om met elkaar op hetzelfde moment hetzelfde te zingen, liefst ook nog in dezelfde toonsoort), en vervolgens met aapjes kijken op de Noordpool. Al met al, een fijne avond dan wel nacht.

 

Over dag 4 valt niet heel veel te zeggen. Inpakken, spullen sjouwen naar de verzamelplek, voor dood op het gras liggen tot de bus arriveert en uiteindelijk wegwezen. Terug naar 41 Kilshane Drive, om daar vervolgens op bed te gaan liggen en te luisteren naar, achtereenvolgens en tegelijkertijd: gillende kinderen, blaffende honden, laagvliegende vliegtuigen en gillende auto-alarmen.

Vergeleken bij Electric Picnic: doodse stilte. Heerlijk. Welterusten wereld, en tot volgende week.

 
3 reacties

Geplaatst door op 9 september 2013 in Dublin